Over Owen Pendragon en zijn kasteel in Wales doen vreemde verhalen de ronde. Hij zou verschillende keren op wonderbaarlijke wijze aan de dood zijn ontsnapt en in een geheim laboratorium experimenteren met merkwaardige dieren. Ook is er in het kasteel een hermetische bibliotheek met uiterst zeldzame geschriften over de grondleggers van de Rozenkruisers.
 
Wanneer János Bátky, een jonge Hongaarse doctor in de letteren, door Pendragon op zijn kasteel wordt uitgenodigd voor een kijkje in de bibliotheek, kan hij zijn geluk niet op. Maar nog voordat hij vertrokken is, wordt hij via een anoniem telefoontje met de dood bedreigd. Dat is het begin van een reeks vreemde gebeurtenissen, waar de jonge doctor maar moeilijk grip op krijgt, hoe zeer hij de mysteriën rond Owen Pendragon ook probeert te ontrafelen. Wie pleegde de aanslag op diens leven? Waarom strijdt Pendragon met een ex-geliefde om een erfenis, en wat hebben zijn experimenten met dit alles te maken? En waaruit bestaat precies de connectie tussen de familie Pendragon en het geheime genootschap van de Rozenkruisers?
 
In 'De Pendragonlegende' (1934) combineert Antal Szerb op virtuoze wijze elementen uit diverse genres, zoals de mystery en de gothic novel, tot een adembenemend, spannend en geestig geheel. Tegelijkertijd is de roman een verkenning van de grenzen tussen verbeelding en werkelijkheid. In het veelgeprezen Reis bij maanlicht ging het om het ‘innerlijke wonder, dat wat door het alledaagse overwonnen wordt, in De Pendragonlegende om het uiterlijke wonder, dat wat het wint van het alledaagse’ (Györgyi Poszler).