In 1923 - hij is dan 48 - publiceert de in Antwerpen geboren maar in Parijs woonachtige André Baillon een boek dat bij de literaire kritiek de grootste verwarring teweegbrengt:
Zonzon Pépette (Jojo Pingping). Degenen die Baillon al eerder in het verdomhoekje hebben geduwd wegens zijn 'immorele, en schaamteloos openhartige, obscene' Het boek van Marie, zien in Jojo Pingping een bevestiging van hun stelling: Baillon is een vuispuiter, een godslasteraar, een provocateur, een pornograaf. Nu we op een afstand van meer dan een halve eeuw het hele oeuvre van Baillon (1875-1932) overzien, kijken we heel anders aan tegen dit boek, waarin de auteur de ervaringen van zijn eerste vrouw, Marie Vandenberghe, als prostituée in Londen heeft verwerkt.
In deze veegelaagde roman vinden we in een notedop Baillons hele thematiek terug: de onontwarbare knoop van goed en kwaad, van aantrekking en tegelijk afstoting tussen man en vrouw, van liefde en dood. Met als surplus een stilistische virtuositeit die zowel op Céline als op Queneau vooruitloopt. Dat alles maakt van Jojo Pingping ook voor de lezer van vandaag een meeslepend meesterwerk.
Jojo Pingping, Londense straatmeid
Details
Auteur: André Baillon
Uitgever: Manteau
ISBN: 9789022312780
Taal: Nederlands
Vertaling: Frans Denissen
Oorspronkelijke titel: Zonzon Pépette (1923)
Bindwijze: Paperback
Verschijningsdatum: 1992
Aantal pagina's: 130
Tweedehands exemplaar
In zeer goede staat